Bouwen voor Particulieren: Zorg voor een geldig arbitragebeding!

1221952_51477459.png

Door: Robert Bakker


Vrijwel iedere opdrachtnemer in de bouw maakt gebruik van algemene voorwaarden bij het contracteren (UAV 1989 of 2012 (via de STABU), AVA 2013, DNR 2005 of 2014). In die voorwaarden is vaak een arbitragebeding opgenomen. Dat beding bepaalt dat geschillen worden voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw in plaats van aan de gewone rechtbank.

Voorheen ging dat vrijwel altijd goed, zeker bij contracten met opdrachtgevers die regelmatig onder dergelijke algemene bouwvoorwaarden contracten aangaan met aannemers, architecten of adviseurs. Hoewel ook in die gevallen het overhandigen van een exemplaar van die voorwaarden de voorkeur heeft, kan een verwijzing naar de toepasselijke voorwaarden (versterkt met een link naar een internetpagina waar de tekst van de voorwaarden kunnen worden gedownload) voldoende zijn. Maar met particulieren ligt dat sinds 1 januari 2015 wezenlijk anders.

Sinds 1 januari jl. zijn arbitragebedingen geplaatst op de zwarte lijst van onredelijk bezwarende bedingen. Consumenten kunnen een arbitragebeding dat in algemene voorwaarden is opgenomen dus vernietigen. Dat maakt dat een opdrachtnemer er niet meer op kan vertrouwen dat zijn arbitragebeding rechtsgeldig is en stand houdt.

De meeste opdrachtnemers staan er niet bij stil dat de door hen gebruikte algemene voorwaarden een arbitragebeding inhoudt. Zodra het tot een geschil komt en de opdrachtgever in rechte wordt betrokken moet worden besloten voor welke instantie zal worden geprocedeerd. Voor partijen in de bouw is het procederen voor de raad van Arbitrage doorgaans een efficiënte manier van geschillenbeslechting. De arbiters zijn meestal werkzaam in de bouwsector en hebben daardoor vaak de technische bagage om een geschil ook op technisch vlak te beoordelen. Bij de rechtbank moet in veel gevallen een deskundige worden benoemd, met alle kosten en tijdverlies van dien. Het is dus van belang dat men zeker weet dat de Raad van Arbitrage bevoegd is. Doordat het arbitragebeding vernietigbaar is geworden, hangt die bevoegdheid in de lucht zolang de particuliere opdrachtgever zich niet over het arbitragebeding heeft uitgelaten. Niet ontvankelijkheid, met als gevolg opnieuw beginnen bij de rechtbank, hangt dan steeds boven het hoofd van de opdrachtgever, wat veel onnodige kosten en tijdverlies kan opleveren.

Wat te doen?

Sinds 1 januari 2015 is het zeer aan te bevelen om een arbitragebeding als apart artikel op te nemen in de overeenkomst of zelfs in een afzonderlijke arbitrageovereenkomst met een particulier. In die overeenkomst, die door beide partijen moet worden ondertekend, wordt dan weliswaar verwezen naar de toepasselijke voorwaarden, maar er wordt dan expliciet arbitrage overeengekomen. In zo’n geval is het beding rechtsgeldig en is er geen onzekerheid over de bevoegdheid van de Raad van Arbitrage.

Het is zaak hierop te letten, omdat algemene voorwaarden in de bouw zo gebruikelijk zijn, dat deze door opdrachtnemers eigenlijk als vanzelfsprekend worden ervaren. Ze worden door verwijzing in de opdrachtbevestiging, de aannemingsovereenkomst of via het bestek vaak onbewust van toepassing.

Dat deze gevolgen in eerste instantie alleen betrekking hebben op particulieren opdrachtgevers, kan niet zonder meer worden gezegd dat het met zakelijke opdrachtgevers altijd goed zal gaan. Kleine ondernemers/opdrachtgevers kunnen in bepaalde gevallen ook een beroep doen op die zwarte lijst (de zogenaamde reflexwerking) waardoor ook contracteren met die partijen een onzekere factor krijgt.

(C) RJB Advocatuur BV